Onderzoek uitgelicht
Elke Auris digitaal geven we een update van de onderzoeken waar Auris bij betrokken is. Heb je vragen of wil je een onderzoek uitgelicht zien, mail naar teamonderzoek@auris.nl.
Grammaticale ontwikkeling bij jonge kinderen met TOS
Als onderdeel van het promotieonderzoek FONOGRAM van Anouk Scheffer is er onderzoek gedaan naar de grammaticale ontwikkeling bij kinderen met TOS tussen de drie en zes jaar oud. Het doel van dit onderzoek was om te kijken of de grammaticale structuren die kinderen met TOS gebruiken in spontane taal vergelijkbaar zijn met de structuren die typisch ontwikkelende (TO) kinderen met hetzelfde taalniveau gebruiken.
Het onderzoek Vergelijkingen tussen de spontane taal van oudere kinderen met TOS en TO kinderen met hetzelfde globale taalniveau zijn al vaker gemaakt. Deze onderzoeken laten bijvoorbeeld zien dat kinderen met TOS meer moeite hebben met werkwoorden en persoonlijk voornaamwoorden. Maar of deze verschillen er ook al zijn bij jongere kinderen was nog niet duidelijk.
In dit onderzoek zijn de grammaticale structuren in de spontane taal van 29 kinderen met TOS (gemiddelde leeftijd van 4 jaar en 1 maand) en 30 TO kinderen (gemiddelde leeftijd van 2 jaar en 9 maanden) met hetzelfde TARSP-niveau met elkaar vergeleken. De TARSP is een methode waarmee het grammaticale ontwikkelingsniveau van een kind bepaald wordt op basis van de grammaticale structuren die hij/zij gebruikt. Meer complexere structuren leiden tot een hoger TARSP-niveau. Omdat de kinderen met TOS ouder zijn dan de TO kinderen en een lager TARSP-niveau hebben dan je op basis van hun leeftijd kan verwachten, zijn ze dus vertraagd in hun grammaticale ontwikkeling.
Er is gekeken of de kinderen met TOS minder complexe uitingen maken, minder verschillende grammaticale structuren gebruiken en meer fouten maken dan de TO kinderen. Verschillen tussen kinderen met TOS en TO kinderen met hetzelfde grammaticale niveau kunnen laten zien dat kinderen met TOS niet alleen vertraagd zijn in hun grammaticale ontwikkeling, maar ook afwijken van typische ontwikkeling. Als dit het geval is, zou het opstellen van grammaticale behandeldoelen op basis van normscores die gebaseerd zijn op typische ontwikkeling, zoals nu bijvoorbeeld bij de TARSP gebeurt, voorzichtiger moeten worden gedaan. Als kinderen met TOS zich namelijk anders ontwikkelen, horen daar misschien ook andere doelen bij.
Resultaten De resultaten laten zien dat kinderen met TOS vooral verschillen van TO kinderen in de complexiteit van hun uitingen. Kinderen met TOS gebruiken over het algemeen minder complexe structuren dan TO kinderen, ook al hebben ze hetzelfde TARSP-niveau. Ook maken kinderen met TOS minder uitingen met een werkwoord en gebruiken ze vaker die en deze en minder vaak persoonlijk voornaamwoorden als onderwerp van een zin dan TO kinderen. Er zijn geen verschillen gevonden in de hoeveelheid fouten die de groepen kinderen maakten.
Het onderzoek laat daarom zien dat kinderen met en zonder TOS met hetzelfde TARSP-niveau toch kunnen verschillen in hun grammaticale productiepatronen. Voor logopedisten die jonge kinderen met TOS behandelen betekent dit dat het een goed idee is om ook te letten op structuren uit lagere TARSP-fases dan het TARSP-niveau van een kind en dan vooral op structuren die een werkwoord bevatten. Wil je meer weten over dit onderzoek, neem dan contact op met Anouk Scheffer via a.scheffer@auris.nl.
Oproep
Auris Onderzoek doet momenteel samen met de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar spelling bij TOS.
Leraren in het so
We zijn op zoek naar leerkrachten die ons willen helpen. We zijn heel erg benieuwd naar jullie ervaringen met het spellingonderwijs aan onze doelgroep. Waar lopen jullie tegenaan? In hoeverre lukt het goed om spellingproblemen op te vangen en te verhelpen? Inzicht in jullie ervaringen helpt ons om in een latere fase van het project een Kijkwijzer Spellingbegeleiding op te zetten, een instrument wat je kan helpen in je dagelijkse lespraktijk.
AD-ers in het primair onderwijs
We zijn hard op zoek naar AD-ers die ons willen helpen. We zijn heel erg benieuwd naar jullie ervaringen met het spellingonderwijs aan onze doelgroep. Waar lopen jullie en jullie collega's uit het regulier onderwijs tegenaan? In hoeverre lukt het goed om spellingproblemen op te vangen en te verhelpen, en om vragen uit het regulier onderwijs over spelling te beantwoorden? Inzicht in jullie ervaringen helpt ons om in een latere fase van het project een Kijkwijzer Spellingbegeleiding op te zetten, een instrument wat jou en de reguliere leerkracht kan helpen in de dagelijkse praktijk.